Beste mensen, u heeft mogelijk het mooie verhaal van Lia over mij en mijn zus gelezen. Katja belichtte het onderwerp ‘orgaandonatie bij leven’ en een week later kreeg u een kijkje in mijn werk in Gaza. We hebben afgesproken dat ik u wekelijks even mee mag nemen naar Gaza, net zoals ik zeven jaar geleden deed tijdens een missie in Zuid-Soedan. Inmiddels ben ik al heel wat oorlogschirurgie-ervaringen rijker.

Het is heel verdrietig dat dit werk nodig is, maar voor mij blijft het uitdagend en waardevol. Gaza is wel het summum; vandaar dat Lia mij geïnterviewd heeft en ik nu zelf ook weer in de pen klim.

Gaza ervaar ik, en dat beamen anderen, als een openluchtgevangenis. De mensen lijken er een normaal leven te kunnen leiden, maar het is binnen de grenzen, letterlijk en figuurlijk, van wat Israël toestaat. Over het hoe en waarom, vermeende rechten aan beide zijden van de grens, goed of fout laat ik me niet uit; dat is aan de rechterlijke macht. Het enige waar ik over kan schrijven, is wat ik zie en meemaak.

Dinsdag de 21e, twee jaar en twee weken na Operatie Al-Aqsa (Vloedgolf), oftewel Simchat Torah Massacre of Zwarte Sabbat — het is maar aan welke kant van de kloof je staat — en twee weken na het (zoveelste) vredesakkoord mag ik weer naar het noodziekenhuis van UK-MED in Al-Mawasi, ten westen van Khan Younis, hemelsbreed vijf kilometer van het bekende Nasser-ziekenhuis. Hoe het ter plekke is, weet ik niet helemaal; wel kan ik u deelgenoot maken van een kleine WhatsApp-conversatie met een van mijn collega’s. Hij is een gewaardeerd orthopedisch chirurg van het Al-Shifa-ziekenhuis, waar ik in 2018 met hem heb mogen werken. Hij werkt nu onder meer bij ons.

Hij draait elke week een 24-uursdienst, omdat het vervoer in Gaza moeizaam en onvoorspelbaar is. Iedereen werkt een hele dag in plaats van drie dagen van acht uur. Hij woont in Gaza-stad. De vorige uitzending eindigde rond de aankondiging van de aanvallen op Gaza-stad. Ik vroeg hem naar zijn plannen: “Zo lang mogelijk thuis blijven; ik heb daar alles: elektriciteit, water, een bed en een dak boven mijn hoofd. Moet ik, 55 jaar oud, naar een tent zonder middelen?” Twee weken later zat hij in een tent. Afgelopen week vroeg ik of hij alweer naar het noorden was gegaan. “Ja, deels; mijn huis heeft wat reconstructie nodig.” Een lekker onderkoeld antwoord, gezien de foto die ik uit zijn meegestuurde filmpje heb gehaald. En dit is dan nog een positief verhaal.

Volgende week kan ik u wat meer vertellen over de huidige situatie.

Ron

doornron@gmail.com