Dongen bij Tilburg? Dat is al jarenlang een beeld dat maar niet uit mijn hoofd wil. En niet omdat ik het zo graag zou willen, dat Dongen bij Tilburg zou gaan horen. Nee, ik ben er, eerlijk gezegd geen voorstander van. Het is eerder een schrikbeeld. Laat Dongen gewoon Dongen blijven.
Laatst had ik het erover met twee raadsleden, die ik hier natuurlijk niet met name noem. Beiden waren echt voorstander van het idee om Dongen bij Tilburg te laten horen. Volgens de twee voorstanders zou het alleen maar voordelen opleveren. Dongen zou gewoon Dongen blijven, er zou niets veranderen aan de voorzieningen die er nu al zijn, noem maar op. Financieel zou het echter voordelig kunnen zijn als Dongen onderdeel uit gaat maken van een grotere gemeente. Het zou bovendien ook gemakkelijker zijn om zaken voor elkaar te krijgen. Als Tilburg, een plaats die toch een grotere gemeente is in ons land, zou je stem eerder en duidelijker hoorbaar zijn in Den Haag dan wanneer je als Dongen iets graag zou willen. En dat zou zomaar eens waar kunnen zijn. Je ziet, ik begin al een beetje om te denken. “Ga maar eens met inwoners van Udenhout praten”, zeiden de voorstanders. Die zijn blij dat ze voortaan bij Tilburg horen. Ik ken eigenlijk niet zoveel mensen in Udenhout, maar misschien moet ik eens op zoek gaan en binnenkort een praatje maken.
Net zoals ik problemen heb met het samenvoegen van Dongen en Tilburg (of is het nou net omgekeerd) hadden de inwoners van ’s Gravenmoer er destijds problemen mee dat zij voortaan bij Dongen zouden gaan horen. Gelukkig is het dorpse karakter van ’s Gravenmoer behouden gebleven, net als de vele tradities waar in ’s Gravenmoer nog aan vastgehouden wordt, om maar een voorbeeld te noemen. Inwoners van ’s Gravenmoer zien nu ook wel voordelen van het feit dat zij voortaan bij Dongen horen. Maar je moet niet te hard zeggen dat iemand uit ’s Gravenmoer in Dongen woont, want dat is echt niet zo. ’s Gravenmoer blijft ’s Gravenmoer.
En zo hoop ik dat, als mijn schrikbeeld ooit waarheid wordt, Dongen ook Dongen blijft. Dat wij gewoon het Oranjeparkfestival blijven houden, en de Zomerspelen, en de Oldtimerdag in Klein-Dongen-Vaart. (Ook zoiets, vroeger was het toch Dongen-Vaart en Klein-Dongen. En, hoe klein ook, die twee dorpjes hadden ook een eigen identiteit. Zelfs nu nog!). En we willen ook onze eigen Avondvierdaagse, onze eigen Koningsdag (hoewel ik die in ’s Gravenmoer stiekem veel leuker vind). En Geubelmania, dat is ook iets dat moet blijven: natuurlijk in ’s Gravenmoer.
Zo, misschien ben ik straks wel gewoon om. Misschien word ik ooit een trotse Tilburger? Nou, dat denk ik niet. Dan kan ik nooit meer ‘dorpsverteller’ genoemd worden, zoals laatst gebeurde.
Maar het kan ook andersom. Misschien vinden mensen uit Tilburg het wel leuk om in Dongen te komen wonen. Het voorval dat ik laatst meemaakte, zou dat bijna kunnen bevestigen. Hans en ik waren op bezoek bij een vriendin van ons die in Tilburg-Noord woont. Toen wij terug naar huis gingen, wachtte Hans op mij in de hal van de flat. De afstand van flat naar parkeerplaats was net iets te ver voor Hans om te lopen. Ik ging de auto halen en parkeerde vervolgens voor de ingang van de flat. Ik zag dat Hans onderweg was om in te stappen. Voordat hij daar de kans voor kreeg, kwam er een man met een rollator naar onze auto gelopen. Hij deed de deur aan de passagierskant open en wilde zijn rollator al achterin zetten. Hij kwam er net op tijd achter dat hij niet in de auto stapte die voor hem bestemd was. Maar misschien wist die man wel, in zijn onderbewustzijn, dat wij naar Dongen gingen. En misschien wilde hij wel gewoon in plaats van in Tilburg te wonen in Dongen komen wonen. Dat kan natuurlijk ook!
Nog even dit: natuurlijk is er niet echt iets mis met Tilburg. Er woont familie van ons, de peettante en peetoom van onze Iwan wonen er en sommige wijken zien er best wel leuk uit als je er doorheen rijdt. En de Reeshof is natuurlijk gewoon een voorstad van Dongen!