Vorige week woensdag ontving Denise Kunst-van Suylekom een Koninklijke Onderscheiding. Zij is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Denise ging naar het gemeentehuis voor een lunch met onder meer burgemeester Hans Slagboom. Totaal verrast kwam Denise Kunst het gemeentehuis binnen, waar een groot aantal familieleden en vrienden haar opwachtten.
door Lia van Gool
Erkenning
Denise Kunst kreeg de onderscheiding als erkenning voor haar jarenlange inzet in de gemeenteraad van Dongen. Zij was in totaal twaalf jaar raadslid, verdeeld over drie raadsperioden. In 2010 werd zij gemeenteraadslid voor de Volkspartij Dongen (VDP). Vanaf 2018 was zij fractievoorzitter van deze partij. Naast raadslid was Denise in die periode ook docent scheikunde. Vanaf 2022 tot 2025 was Denise wethouder in Dongen. Zij heeft zich altijd met veel enthousiasme ingezet voor de inwoners van Dongen, ’s Gravenmoer en Klein-Dongen-Vaart. Denise was niet alleen raadslid en wethouder, maar ook vrijwilliger voor onder andere de Oranjevereniging ’s Gravenmoer, de fanfare en de Avondvierdaagse. Al haar werkzaamheden, zowel als raadslid, wethouder en vrijwilliger, deed Denise met grote gedrevenheid en toewijding.
Tomeloze inzet
Burgemeester Hans Slagboom prees Denise om haar tomeloze inzet voor de Dongense samenleving. “Jarenlang heb jij je met en groot hart ingezet voor diverse maatschappelijke en sociale thema's. Met jouw kennis van zaken en oprechte betrokkenheid ben je van toegevoegde waarde geweest voor de inwoners van Dongen, ’s Gravenmoer en Klein-Dongen-Vaart.”
Reactie Denise Kunst
Een paar dagen na het ontvangen van de onderscheiding reageert Denise Kunst: “Het was een grote verrassing toen ik familie en vrienden zag! Ik had er niet meer bij nagedacht dat 12 jaar gemeenteraadslid een reden is voor een lintje en zag dit dus helemaal niet aankomen. Iedereen had het geheim gehouden, terwijl ze weten dat ik niet van verrassingen houd! Het is een fijne, mooie waardering voor de jaren in de gemeenteraad. Dit heb ik met heel veel plezier gedaan en voelde niet als drie periodes werk.”