Dát is de naam van de foto-expositie, die speciaal voor het 10-jarig bestaan van het Taalhuis, door heel Midden-Brabant reist en van 28 mei tot en met 4 juni neerstreek in Dongen. Een expositie waar door ervaringsdeskundigen, taalvrijwilligers en doorverwijzers extra aandacht wordt gevraagd voor laaggeletterdheid. Burgemeester Hans Slagboom opende de expositie op het Looiersplein.

door: Hans Kulk

Eén op de vijf Nederlanders heeft moeite met lezen, schrijven, rekenen of werken met de computer. Het is heel lastig als men deze basisvaardigheden niet goed beheerst. Men merkt dit ook in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld als men de uitslag van het ziekenhuis krijgt in een app, een brief van de gemeente niet begrijpt of een formulier moet invullen. Door middel van verhalen van ‘ervaringsdeskundigen’, mensen die hulp durfden te vragen, wil men lotgenoten inspireren en enthousiasmeren om ermee aan de slag te gaan.

Voordat burgemeester Hans Slagboom de expositie, die dag en nacht in de buitenlucht op het Looiersplein gratis te bezoeken was, officieel had geopend, kwamen twee ‘ervaringsdeskundigen’ aan het woord. De Colombiaanse Gabriela (“Ik zeg altijd: je kunt elke dag iets nieuws leren”), die inmiddels al een tijdje in Nederland woont, en Angela (“Ik begrijp de taal beter, mijn wereld groeit en ik word gezien”) vertelden wat het Taalhuis voor hen had betekend en wat zij ook voor anderen konden doen. Als men maar over die ‘onzichtbare’ drempel durft te stappen. Inspirerende verhalen die met groot applaus werden afgesloten.

Waar staat het Taalhuis eigenlijk voor? Wat doet men precies? En waarom een expositie?

Judith Benckhuijsen, coördinator van het Taalhuis Dongen, legt uit: “Het Taalhuis bestaat nu tien jaar. Men had zoiets van: ‘Wat kunnen we doen om zoiets te vieren?’ Uiteindelijk kwam het plan om een soort van rondreis te organiseren door Midden-Brabant om de verhalen van meerdere betrokkenen onder de aandacht te brengen. Vandaar de expositie. Wat wij doen is mensen helpen met basisvaardigheden. Ik draai bijvoorbeeld eenmaal per week spreekuur om mensen te helpen die een vraag hebben over die basisvaardigheden: over beter leren lezen, beter leren schrijven, beter leren rekenen, enzovoort. Het Taalhuis helpt ook organisaties en instanties om helder te communiceren en om laaggeletterdheid onder de medewerkers te herkennen.”

Wordt laaggeletterdheid onderschat in Nederland? “Zeker weten”, zei Benckhuijsen overtuigd. “Eén op de vijf Nederlanders tussen de 15 en 75 heeft onvoldoende basisvaardigheden om mee te kunnen doen in de samenleving. Het Taalhuis heeft trouwens ook een signalerende functie. Wij verwijzen betrokkenen regelmatig door naar bijvoorbeeld een workshop of een cursus.”

Benckhuijsen haalt veel voldoening uit haar werk voor het Taalhuis. “Burgemeester Slagboom zei het al: het gaat echt om het meedoen. Als je de basisvaardigheden bezit, kun je echt meedoen in de samenleving. Dat is ook echt zo. Vaak durft men die drempel niet over in verband met schaamte. Het is ook een hele grote stap. Het positieve eraan is dat je wereld groter wordt. Ik ben blij dat ik dit werk mag doen.”