Bert Bremen heeft al een aantal jaren achter elkaar een bosje bloemen neergelegd langs het kanaal. Dit deed hij op de plaats waar, nu tachtig jaar geleden, zijn vader en twee zusjes om het leven kwamen door een vijandige aanval met een vliegtuig. Drie jaar achter elkaar verdween het bosje bloemen, tot verdriet van Bert Bremen. Dat wilde hij graag vertellen, maar hij had een veel groter verhaal te vertellen. En dat ging niet alleen over de verdwenen bloemen langs het kanaal.
door Lia van Gool
Boordkanon
“Mijn vader en twee zusjes zijn op 10 september 1944 omgekomen in Dongen, doodgeschoten bij het kanaal”, vertelt Bert Bremen. “Mijn vader was schipper en ons gezin woonde aan boord: vader, moeder, mijn drie zusjes en ik. Ik was veertien maanden oud toen mijn vader en mijn zusjes om het leven kwamen.” De vader van Bert, die schipper was, kwam met een lading turf vanuit Hoogeveen (het domicilie van het schip) naar Breda. Tenminste, dat was de bedoeling. “Tegen mijn vader was gezegd dat hij door moest varen naar Dongen, omdat het in Breda te gevaarlijk was.” Het gezin kwam op zaterdag aan in Dongen. Op zondag hadden zij gegeten, toen de vader van Bert met zijn zussen naar het kippenhok voorop het schip liep, om de restjes eten aan de kippen te voeren. “Er kwam een vliegtuig over met een boordkanon. Mijn zusjes Roelie en Martha waren op slag dood. Mijn vader was zwaar gewond.” Berts vader zei tegen Hiddie, het zusje dat nog leefde, dat zij tegen mama moest zeggen dat Roelie en Martha niet meer leefden. Daarna overleed ook de vader van Bert.
Overlevering
“Ik weet dit natuurlijk alleen uit overlevering”, zegt Bert. “Mijn moeder bleek ook gewond, zij had een scherf in haar rug en is verzorgd in het gasthuis.” De moeder en zus van Bert praatten nooit over het gebeurde. Toen Bert jaren later met zijn zus Hiddie een wandeling maakte in Den Haag, bedacht hij dat hij eigenlijk nooit had gevraagd hoe het met haar ging.
Gerardus Majellastraat
Terug naar 1944. Moeder (die zeven maanden zwanger was) kwam in een zwart gat terecht en kon niets over het voorval vertellen. “Wij hadden niets meer. Wij hebben nog een tijdje geschuild in een schoenfabriek. Ik weet dat mijn tante (de zus van mijn vader) naar Dongen is gekomen om te assisteren. Wij hebben in de Gerardus Majellastraat gewoond en mijn tante woonde in de St. Josephstraat.” Er was niemand die de moeder van Bert kon troosten, vertelt hij uit overlevering. “Alleen mijn tante. Ik denk dat er tranen onder de deur van het huis aan de Gerardus Majellastraat hebben doorgelopen.” Toen Bert daar woonde, waren er militairen gelegerd in de kweekschool. Die militairen kwamen met regelmaat bij de moeder van Bert. Zij deed klusjes voor de militairen. Een van die militairen had zelf ook kinderen in zijn geboorteland. “Hij vond het leuk om met mij te spelen.”
Typhoon
Bert Bremen kwam er jaren later achter dat de aanval op zijn vader en zusjes beschreven staat in het boek ‘Dongen van mobilisatie tot bevrijding.” Dat feit kwam Bert te weten toen hij, werkzaam bij de luchtmacht in Volkel, naar Gilze-Rijen moest voor een medische keuring. “Ik zag toen dat Dongen vijf kilometer verderop lag en ben naar Dongen gereden.” Daar ging Bert naar Leijten, de toenmalige uitgeverij van het Weekblad voor Dongen. Hij kreeg een aantal namen door van mensen die hem misschien verder konden helpen. En dat was zo. Bert kwam toen de plaats te weten waar het ongeluk gebeurd is. Bij het Wilhelminakanaal, ter hoogte van de Oude Kerk. “Een bewoner van de Kerkstraat heeft later nog een schets voor mij gemaakt van die plek.” Bert kwam ook achter het type vliegtuig, een Typhoon. Hij heeft nog steeds een foto van een vliegtuig van dat type.
Dialect
De zwerftocht van de familie Bremen ging, na hun verblijf in Dongen, via Hoogeveen naar Den Haag. “In 1947 is mijn moeder hertrouwd en zijn wij in Den Haag gaan wonen.” Een mooie anekdote is misschien dat de kinderen in Den Haag Bert, zijn zus en zijn broer (Harm werd geboren op 18 november 1944) niet konden verstaan. “Wij spraken het Drentse dialect. Maar wij hebben wel Haags leren praten.”
Toen Bert zijn rijbewijs had gehaald, heeft hij zijn moeder een keer meegenomen naar Dongen. “Helaas was het graf bij de Oude Kerk toen al geruimd. Wij hebben toch een bloemstuk neergelegd.” Bert laat de foto zien van het stuk, compleet met linten waarop de namen ‘Harm, Roelie en Martha’ nog te lezen zijn.
Toeval
Uiteindelijk ging Bert zelf in Dongen wonen. Dat was min of meer toeval. “Ik werkte bij de Starfighter, op vliegbasis Volkel. Er werd in die tijd geschoven met personeel en ik werd werkcentrumchef op Gilze-Rijen. In die tijd woonde ik in Boekel, mijn relatie was beëindigd. Ik hoorde van een collega dat er een woning in Dongen beschikbaar was. Ik ben, op een prachtige dag, gaan kijken. De straat waar ik nu nog woon, was veel groener dan nu. Ik wist dat ik daar wel wilde wonen.” Inmiddels woont Bert al dertig jaar in Dongen. Helaas leven zijn moeder, zus en broer niet meer. “Mijn moeder is in 2000 overleden, op 5 mei. Mijn broer overleed in 2006 en mijn zus in 2009.”
Familiedag
Vorig jaar heeft Bert, met zijn neven en nichten, een familiedag gehouden op 6 mei. Met z’n allen hebben ze alle belangrijke plekken in Dongen bezocht. “Wij zijn naar de Bevrijdingskapel in het park gegaan. De namen van mijn familieleden staan daar op de borden. Ik heb toen gesproken met Daan de Jong.” De familie is langs het kanaal gewandeld en van daaruit naar de Gerardus Majellastraat. Daar hebben ze met z’n allen gekeken naar het huis waar Bert indertijd gewoond heeft. Ook is de familie op de begraafplaats van de Oude Kerk gaan kijken. “Het was een schitterende dag.”
10 september 1944
Terug naar het begin van het verhaal dat Bert vertelde over de gestolen bloemen. “Ik heb die bloemen nu al een aantal jaren neergelegd bij het kanaal, op 10 september. De eerste keer fietste ik de volgende dag langs de plek waar ik de bloemen had gelegd: de bos was verdwenen. Een jaar later: hetzelfde verhaal. Ik had nog wel de datum van 10 september 1944 op een briefje gezet.” Dit jaar, op 10 september 2024, legde Bert weer bloemen neer om de sterfdag van zijn familieleden, nu tachtig jaar geleden, te herdenken. Deze keer met een kaartje erbij, waar de tekst op stond: ‘vandaag 10 september is het 80 jaar geleden dat op deze plaats m’n vader en twee zusjes zijn doodgeschoten door een vliegtuig’. “En weer waren de bloemen weg. Dan ben je toch ziek?”, besluit Bert Bremen geëmotioneerd.