Het is oktober, een prima tijd om te zaaien, niet iedereen zal het daarmee eens zijn, maar het gaat dan over wilde planten. Vele planten laten juist nu hun zaden vallen, nou ja laten vallen, ze worden eigenlijk vaak door de wind eruit geschud. Pluizig zaad vliegt door de lucht en komt op een andere plek neer, soms in goede grond, maar ook wel in slechte. Toch weten wilde planten altijd wel te overleven, dit door onverwachte hulpmiddeltjes. Zo zijn er tal van planten, die hun zaden eenvoudig weg wegschieten. De zaden zitten in een lob, waar een soortement van veer ingebouwd zit. Is het zaadje rijp, dan schiet de naad van de lob open en de veer ontrolt zich en schiet het zaad soms wel meters weg. Dat doet de plant met voorbedachten rade, immers de grond iets verderop is nog niet uitgeput, door de zaadverspreider.

Wind

De wind speelt in deze tijd een hoofdrol, herfst gaat gepaard met stormen en windstoten. Als je als plant je zaden zo maakt dat deze met de wind meegevoerd worden, dan heb je al een voorsprong. De grond van de verspreider is al gebruikt en soms al armer aan goede groeistoffen. Als je dan de winbd voor je karretje spant en het werk van verspreiding van zaad laat doen, dan schep je nieuwe kansen voor het nageslacht. De bekendste bloem die zo zijn zaad nar een andere plek laat vliegen is ongetwijfeld de paardenbloem. De bekende bolletjes zaad bevatten honderden kleine parachuutjes. De wind blaast deze in de lucht en vervoert ze naar een andere plek. Iets wat u misschien nog niet weet, dat elk parachuutje eigenlijk een grondboortje heeft. De zaadjes die onderaan de parachute zitten, zijn zo gevormd, dat ze als een boor de grond in draaien, dat draaien gebeurt wederom door de wind.

Appel

Een appel valt niet ver van de boom, althans dat zegt men. Dat klopt ook wel, tenminste de meeste appels vallen recht naar beneden op de grond. Het vruchtvlees van de appel vergaat langzaam en brengt zo voedsel in de grond. De pitjes van de appel worden dus verwend, want die komen in een gespreid bedje. Niet elk zaadje zal overigens uitgroeien tot een appelboom, want komt er al een boompje op, dan wilt dat nog niet zeggen , dat de jonge spruit het tot een volwassen boom brengt. Eigenlijk is dat in natuurlijke omstandigheden afhankelijk van de volwassen boom. Is deze oud en van slechte kwaliteit, dus op sterven na dood, dan maakt het nieuwe boompje een kans uit te groeien tot een grote fruitboom. Maar is de vruchtgeven gezond en in goede conditie, dan krijgt die volop blad in het voorjaar en houdt zo het zonlicht weg bij het jonge boompje. Het jong zal het dan afleggen tegen de ouder.

Kindermoordenaar

Tijdens wandelingen zeg ik het tegen mijn toehoorders, de beuk, dat is een kindermoordenaar. De beuk laat nu zijn beukennootjes vallen, die vallen onder de kroon van de boom. In het voorjaar krijgen de zaadjes uit de beukennootjes de kans uit te schieten. Soms zie je zelfs met een hoedje op, dit als het omhulsel aan het plantje blijft hangen. De jonge scheutjes beginnen al snel te groeien, soms worden ze wel 10 centimeter hoog. Maar dan begint de volwassen beuk zijn blad te krijgen, langzaam zie je dan een koepel van blad ontstaan. De boom neemt ook alle licht weg, gevolg, de jonge scheuten sterven af. Is de beuk ongezond, dan gaat de ontwikkeling van bladvorming niet door, de volwassen boom sterft en dan heeft de jonge telg de kans uit te groeien tot een majestueuze beuk.

Door de maag

Sommige bomen maken het helemaal bont, zij gebruiken een postorderbedrijf, dit in de vorm van vogels. Veel besdragende struiken en bomen verspreiden zo hun zaad, gewoon door de vrucht. Vogels zijn in herfst en winter afhankelijk van hetgeen de natuur hen aanbiedt. Vele soorten bessen worden maar al te graag door vogels gegeten en daarmee start het proces van zaadverspreiding. De vogel verteerd de vrucht in zijn darmstelsel, echter de pit, het zaadje dus, die verteerd niet. De vogels vliegt naar elders en doet daar zijn behoefte, poepje met de pit erin valt op de grond. Alweer erg slim natuurlijk, want de vogelpoep vormt al een soort van voedingsbodem, genoeg om het zaadje een voorsprong te geven bij het ontkiemen.

Water

Je zou het misschien niet zeggen, maar ook water zorgt voor verspreiding van vveel zaden. Het betreft dan wel planten van de wateroever, zoals dotterbloem, gele lis enz. Zaden van deze planten hebben een soort van zwembandje en kunnen drijven. Het water stroomt meestal en het zwembandje wordt meegevoerd naar elders, daar spoelt het aan, op een modderige plek, het drijflichaam vergaat en het zaad dat erin zit gaat groeien. Niet alleen gewenste planten verspreiden zich zo, maar helaas ook ongewenste, je leest er steeds vaker over, de exoten. De meest besprokene is wel de Japanse duizendknoop, een gewas dat zeer moeilijk te verwijderen is. Des te voornamer is het, om dergelijke planten niet in uw tuin te zaaien, want voor jet het weet wordt het een plaag.

Vaart

Iets heel anders, binnenkort begint het lezingenseizoen van Natuurvereniging Ken en Geniet, houdt daarom 16 oktober vrij, dan vindt er de eerste lezing plaats met als titel: 400 jaar Bredase Turfvaart.

Een boeiende lezing met bovenstaande titel, de voorstelling vindt plaats op woensdag 16 oktober in de filmzaal 7 van de Cammeleur, aanvang 20:00 uur, u bent van harte welkom.

De lezing vertelt het verhaal over het veenlandschap tussen Breda en Zundert en hoe de aanleg van de Bredase Turfvaart het landschap volledig op zijn kop zette. Het veen (moer) ging eraf, onafzienbare heidevelden kwamen er voor in de plaats. Ook in de omgeving van ’s Gravenmoer en Dongen veranderde door moerwinning het landschap compleet. Waarom is de natuur er zo anders? Charles Schils is bioloog en gaf les aan de MAS in Breda, doet het allemaal uit de doeken.

Natuurman Christ, Natuurvereniging Ken en Geniet