Je ziet gelukkig steeds meer kleurrijke randen ontstaan, maar niet elk veld draagt bij aan het natuurlijk leven. Jammer genoeg worden er nog steeds zaden verkocht, rechtstreeks geïmporteerd uit het verre buitenland. Vaak wordt de keuze gemaakt dit zaaigoed aan te schaffen en natuurlijk speelt daarbij de kostenfactor een grote rol, we zijn nu eenmaal Nederlanders. Wat men niet beseft, dat is de betekenis van deze bloemvelden voor onze inheemse insecten. Veel van die exoten zien er kleurrijk uit en ze geven bovendien ook nog eens grote bloemen. Ze worden door menigeen bejubeld, toch valt het insectenbezoek tegen, onze inheemse insecten mijden deze velden en randen. Zoals in het verleden planten, als balsemien en Japanse duizendknoop werden gezaaid, omdat deze in de landen waar ze vandaan kwamen volop bezocht werden door bijen enz.

Ongewenst

Veel van dergelijke planten staan nu op een lijst van ongewenst, ze dienen daarom bestreden te worden en dat valt nog niet mee. Japanse duizendknoop is een voorbeeld van een plant die moeilijk uit te roeien is. Deze heeft geen natuurlijke vijanden in ons land, dus kan hij zich gemakkelijk uitbreiden. Ook in Dongen komt deze voor, helaas net op de grens met Oosterhout, onder andere in het Blik en langs de Donge. De plant bloeit en verspreidt zijn zaad, daarnaast maakt deze lange uitlopers. Elk stukje wortel dat in de grond blijft zitten is een bron van een nieuwe plaag. Balsemien is indertijd ingevoerd, het is een plant die voedsel geeft voor bijen. Dat klopt, maar de plant kan zo enorm woekeren, dat deze de inheemse planten compleet verdringt. Gevolg inheemse planten verdwijnen, daar waar balsemien ongebreideld zijn gang kan gaan. Met name in de Biesbosch is dat goed waarneembaar, je ruikt ze al op grote afstand. Waren de gronden daar voorheen een plantenparadijs, nu overheerst de balsemien.

Bomen

Wat voor planten geldt, dat geldt ook voor bomen. Geld speelt zoals zo vaak een erg grote rol. Zo zijn er allerlei bomen en struiken ingevoerd, omwille van de grote houtproductie. Neem als voorbeeld de Amerikaanse eik, deze groeit enorm snel en levert dus veel hout op. Mooi zult u zeggen, dat is mooi meegenomen. Echter als we kijken wat er gebeurde in de bossen, dan is het antwoord bedroevend. Onze inheemse eik werd haast verdrongen door de Amerikaanse, welke door zijn snelle groei veel licht weg nam, zodat onze inheemse eik zijn zaailingen zag afsterven. Exoten hebben zoals eerder al gezegd haast geen vijanden, maar dragen ook niet bij aan onze biodiversiteit. Op een Amerikaanse eik komen veel minder insecten voor vergeleken met onze inheemse eik. Zie je op de Amerikaanse slecht 13 verschillende insecten, op de inheemse zomereik zijn dat er 450 verschillende. Het is vandaar dat men in steeds meer bossen de Amerikaanse kapt en verwijdert.

Groen

Als natuurvriend, die al vele jaren op deze aardbol rondloopt in de natuur, heb ik veel zien veranderen. Niet altijd is de natuur er slechter op geworden, al zijn de dingen die verbeterd zijn op één hand te tellen. Zo is de waterkwaliteit op sommige plekken zeer verbeterd, neem als voorbeeld onze Donge. Toch als je naar sloten en vlieten kijkt, dan is het vaak schone schijn. Zelf kijk ik nogal eens naar de plantengroei langs de waterkant. Op sommige plekken groeit alles wel erg hard, mede door allerlei stoffen die in het water terecht komen. Niet alleen vanuit de lucht, maar ook door afvloeiing uit nabij gelegen landbouwgrond. Teelt op de koude grond is in 50 jaar enorm toegenomen, gewassen groeien steeds sneller, dit door allerlei toevoegingen en manipulatie. Door drainage komen stoffen in het water en zorgen daar voor overmatige plantengroei. Kijk maar eens naar de enorme hopen groen die het waterschap er elke jaar een paar keer uit haalt. Voor de landbouwer begrijpelijk, die wil niet achter blijven bij zijn collega’s, maar of dit goed is, dat is nog maar de vraag.

Gemeentelijk groen

Ook hier is er wezenlijk veel veranderd, soms ten goed, maar helaas ook ten kwade. Wie kent nog de bordjes, verboden op het gras te lopen, gelukkig zijn die niet meer van toepassing. Soms komt bezuinigen op groen juist de natuur ten goede, vroeger sprak men dan van een win win situatie. Minder maaien bijvoorbeeld kan al snel leiden tot natuurontwikkeling, zij het op kleine schaal. Insecten en planten nemen hun kans waar er vestigen zich in gazons. Tja en als die insecten zich voort planten, dan hebben ook vogels en dier daar profijt van. Natuurlijk is niet iedereen blij met een wat ruiger grasveld, ik besef dat maar al te goed. Toch zie je dat het een enorme winst oplevert voor het natuurlijk leven. Een mooi voorbeeld is het gebeuren in wijk de Biezen, een wijk die ik zelf al lange tijd volg. Als je ziet hoe het aantal vlinders en andere insecten daar is toegenomen, dan is het niet gek dat ik daar enthousiast over ben. En ja dan moet je ook sommige dingen voor lief nemen, zoals het tijdelijk aangezicht van verdorde planten. Voor onze leden van de gemeenteraad hoop ik dat die niet alleen afgaan op klachten die men ontvangt over openbaar groen. Men moet beseffen dat klagers eerder aan de bel trekken, als voorstanders en mensen die ervan genieten. Dat is nu eenmaal zo, niemand belt of mailt naar de gemeente, om te zeggen hoe mooi men het vindt.

Wijsheid

Men praat in de raad over ons openbaar groen, hopelijk beseft men dat het groen toekomstbestendig hoort te zijn. Ook volgende generaties moeten kunnen genieten van al wat leeft, groeit en bloeit en dan kan openbaar groen een positief effect hebben.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet