Bij Taal Centraal staan deze keer Rinus Kops en Sueda Soysever in de schijnwerpers. Het is zaterdagochtend in café 0162 bij De Cammeleur, waar het in het begin nog rustig leek. Dan barst plotseling luidruchtig een lang zal ze leven los: een grote groep is neergestreken aan de tafel naast ons om een jarige toe te zingen. Gelukkig wordt het snel weer rustig en beginnen we ons gesprek.
“Ons systeem van werkvormen kun je vooral hybride noemen”, start Rinus ons gesprek enthousiast. Ze zitten naast elkaar en er is een duidelijke synergie: ze zijn aan elkaar gewaagd en vertrouwd.
Rinus begon in 2024 bij Taal Centraal. Zijn taalvrager was de moeder van Sueda. Zij vroeg of Rinus nog een uurtje vrij had voor haar dochter. Sueda kwam niet helemaal tot haar recht bij haar taalcoach, omdat zij daar samen met haar zus Aysegul tegelijk werd begeleid. En ja… de oudere zus kwam wat vaker aan het woord.
Boobytraps
“We doen van alles”, vertelt Rinus. “In het begin bereidde ik de lessen stelselmatig voor: een stukje uit de Volkskrant lezen, waarna uitdrukkingen, betekenissen en grammatica aan bod kwamen. We praatten dan ook over de inhoud. Maar ik bereidde ook vraaggesprekjes voor. We hebben gezongen, een schrijfvaardigheidsexamen voorbereid en samen een boek gelezen; een fantasieverhaal over draken en heksen dat Sueda bij Theek 5 had geleend.”
Het studieboek 77 puntjes op de i is een verzameling typisch Nederlandse uitspraken waar je als anderstalige moeite mee kunt hebben, zelfs als je het Nederlands al op hoog niveau beheerst. “Ik noem het het boek van de boobytraps”, zegt Rinus lachend.
Naast deze oefeningen behandelen ze ook het huiswerk en het leerboek dat Sueda gebruikt bij haar studie Nederlands A1-B1 aan de Universiteit van Tilburg. Dat vergt wat meer improvisatie. Inmiddels is ze geslaagd en stoomt ze door met een pre-bachelorstudie bij Fontys, een voorbereiding Nederlandse taal op B2-niveau, om straks haar bachelor te halen. Ze wil kunst studeren en iets doen met haar talent voor tekenen. “Bijvoorbeeld tekenfilms maken”, vult Rinus trots aan. “Dat kan ze goed.”
Ons huis lijkt wel op een studentenhuis
Je zou niet zeggen dat Sueda pas anderhalf jaar in Nederland woont. In Turkije studeerde ze aan de Hogeschool voor Interieurarchitectuur. Bijna haar hele gezin volgt hier onderwijs en heeft een individuele taalcoach bij Taal Centraal. “Bij ons thuis lijkt het wel op een studentenhuis”, zegt Sueda lachend. “Mijn broer, zussen, vader en moeder zijn allemaal aan de (Nederlandse) studie.”
“In het begin moest ik mijn ouders helpen bij het boodschappen doen en een bezoek aan de huisarts, maar ze willen niet van ons afhankelijk zijn en zoeken nu zelf het contact met Nederlanders. Want de taal en het contact zijn het allerbelangrijkste! Het schept vertrouwen en veiligheid.”
Contact maken met landgenoten en mensen uit andere landen van herkomst geeft vreugde en verbinding. De familie Soysever organiseerde bijvoorbeeld afgelopen zaterdag de Burendag met oud-Hollandse spelen en lekker eten in hun straat. Rinus toont een foto waarop hij te zien is, lopend met een lepel in zijn mond met een ei erop. “We zijn ook wel eens uitgenodigd bij Stichting Samen in Tilburg. Met alle taalcoaches en de familie van Sueda kwamen we daar bij elkaar. Dat zorgt voor een hechte en bijzondere band.”
“Rinus is écht leuk, lief en behulpzaam”
“De eerste kennismaking vond ik spannend, maar ik was snel gewend”, vertelt Sueda. “Ik vergat vaak de lidwoorden en Rinus zocht dan het juiste moment om wel of niet in te grijpen. Ook aan mijn toon hoorde hij of ik iets begreep. Af en toe gooiden we er Engelse woorden doorheen, en ook Turkse, want hij interesseert zich erg voor de Turkse taal.”
Het bleek bijvoorbeeld dat taal ook belangrijk is bij de rekensommen die Sueda krijgt op school. Die redactiesommen met een tekstje waren lastig. “Als er staat: de prijzen uit de reclame, bedoelen ze dan de producten die in de aanbieding zijn of juist niet?” vertelt Rinus. “Dat bleek supermoeilijk. Daar had ik haar overschat. Sueda kan goed rekenen, maar de talenkennis zat haar daar soms in de weg.”
Eronder gebukt gaan
Rinus vertelt dat zijn motivatie om taalcoach te zijn voortkomt uit zijn werkervaring als fysiotherapeut in de jaren zeventig. “De Turkse en Marokkaanse mannen kwamen met hun vrouw om de oefeningen aan hun vrouw uit te leggen en haar klachten te vertalen. Die vrouwen gingen letterlijk gebukt onder die afhankelijkheid.”
De samenwerking tussen Sueda en Rinus is inmiddels gestopt. Sueda volgt vijf dagen per week haar studie bij Fontys en probeert in januari 2026 haar staatsexamen B2 te halen en daarna door te stromen naar C1. We wensen haar veel succes en horen graag of ze slaagt. Rinus blijft haar moeder Hülya begeleiden, en Taal Centraal ‘matcht’ een nieuwe taalvrager bij hem.
Wil jij ook graag vrijwilligerswerk doen en taalcoach worden, en ongeveer een uur per week iemand begeleiden met de Nederlandse taal onder de vlag van Taal Centraal? Neem dan contact op via: taalcentraal@contourdetwern.nl
door Pascale Verkooijen